Opbrengstgericht werken…
Wat houdt dat in?
Opbrengstgericht werken is werken naar een betere opbrengst. Vaag maar waar......
Scholen, en voornamelijk basisscholen zijn altijd bezig met het ontwikkelen van hun onderwijs en het streven naar betere resultaten. Vaak kunnen ze met een beetje meer inzet van het team of door andere prioriteiten te stellen meer opbrengsten behalen. Ze kunnen dan meer uit de kinderen halen en zorgen voor betere resultaten binnen de klas en schoolbreed.
Als een school opbrengstgericht gaat werken zullen ze een plan van aanpak moeten maken. Ook dit weer schoolbreed. Hieronder een handig stappenplan hoe je met de school opbrengstgericht kunt werken.
Hoe kunnen wij er mee werken?
Er is voor het opbrengstgericht werken een stappenplan. Scholen die dus zwak beoordeeld zijn door de inspectie gaan een verbetertraject in. Het scheppen van voorwaarden, het traject zelf en de opbrengsten ervan monitoren is een taak van het bestuur om de scholen te helpen.
Monitoren is een cyclisch proces (Zie cirkel hierboven): Plan- Do- Check- Act- Plan- Do……
De voorwaarden en de uitleg van elke stap is hieronder beschreven:
Voorwaarden
- Er is een goed plan van aanpak
- U hebt vertrouwen in het leiderschap van de directeur
- U hebt vertrouwen in de veranderbereidheid van het team
- U kent de schoolspecifieke risicofactoren (bijvoorbeeld verandering van leerlingenpopulatie)
- Uw bestuurlijke rol is duidelijk.
Stap 1 – Plan
Stel vast:
- Wie de monitor uitvoert
- Wat u wilt weten, welke informatie daarvoor nodig is en welke bronnen en instrumenten worden ingezet
- De tijdsplanning en taakverdeling
- Hoe er wordt gecommuniceerd en wie de communicatie op zich neemt.
Stap 2 – Do Uitvoeren:
- Informatie (laten) verzamelen over de resultaten, over het proces en het tijdpad
- Feedback geven
- Begeleiden bij aanpassingen van het plan
- Nagaan in hoeverre alle betrokkenen hun rol op zich nemen
- Een monitorrapportage (laten) schrijven.
Stap 3 – Check
Checken betekent:
- Nagaan of de monitorrapportage vertelt wat u wilt weten
- Deze gegevens aanvullen met wat u weet door gesprekken en werkbezoeken
- De resultaten met de schoolleider bespreken.
Stap 4 – Act Besluiten nemen:
- Een oordeel vellen over het proces en de resultaten van het traject
- Beleidsinterventies vaststellen voor het vervolgtraject
- Verantwoorden aan Inspectie, ouders en andere betrokken
- De cyclus opnieuw starten.
In het volgende filmpje wordt kort uitgelegd wat opbrengstgericht werken is:
Als laatste heb ik nog een voorbeeld voor jullie van basisschool Broekhem in Valkenburg aan de Geul.
Begin 2008 constateerde de inspectie bij twee scholen van Stichting jong Leren uit Maastricht en Heuvelland, onvoldoende kwaliteit. “Alle reden om eens goed bij ons eigen functioneren stil te staan”, vertelt Huub van Kruchten, bovenschools manager van de stichting. “We hebben de scholen van meet af aan meegegeven: het is niet jullie probleem maar ons probleem.”
Huub van Kruchten: “We concludeerden al snel dat we te laat zicht hadden gekregen op de onderwijskwaliteit van onze scholen. Als het allemaal goed gaat, ben je misschien niet meer zo alert als zou moeten. Maar we hebben in korte tijd geleerd dat de school waar het ogenschijnlijk goed mee gaat misschien wel het meeste risico loopt.”
Kwaliteit
“Tot het moment dat de Inspectie met het negatieve oordeel kwam, werkten we met een formulier waarop we voor iedere school de belangrijkste resultaten hadden samengevat. Samen met de directie bespraken we bijvoorbeeld de leerlingaantallen, het marktaandeel en de financiële situatie. Achteraf bleek die aanpak onvoldoende om de onderwijskwaliteit te waarborgen. Daarom zijn we gaan nadenken over een goed early warning systeem, om zodoende de kwaliteit beter in beeld te brengen en de scholen een instrument in handen te geven om die kwaliteit te monitoren. Uiteindelijke hebben we de rollen omgedraaid. De directies van de scholen stellen een verantwoordingsrapportage op en wij gebruiken die rapportage in onze gesprekken met de managementteams van de scholen.”
Ondergesneeuwd “De directeuren van onze basisscholen hadden jarenlang telkens meer aan hun hoofd gekregen dan alleen het onderwijskundig leiderschap. Niet zo gek als je bedenkt wat er allemaal op hen afkomt. Ze moeten zich met heel veel zaken tegelijk bezighouden. Sommige directeuren spraken bijvoorbeeld met passie over beheer en minder over onderwijs of wat er in de klas gebeurde. Als je niet uitkijkt, raakt het onderwijs in die veelheid van taken een beetje ondergesneeuwd.”
Geen duidelijke lijn
Wim von Wersch, directeur van OBS Broekhem, bevestigt dit beeld. “De Inspectie noemde ons een zwakke school terwijl we ons op alle fronten uit de naad werkten. Eerlijk gezegd deden we wel veel maar er was geen duidelijke lijn en we maakten niet alles af waar we aan waren begonnen. Iedereen bij ons was koning in zijn eigen klas maar we hadden geen zicht op de eisen die de overige leerjaren stelden. We accepteerden met zijn allen die bestaande situatie totdat we het vertrouwen van de Inspectie kwijt raakten. Je kunt wel vinden dat je de dingen goed doet, maar dat betekent nog niet dat je ook de goede dingen doet.”
De school had echter geen keus. Veronique Bekkering, adjunct-directeur en leerkracht, vertelt: “Onze eerste reactie was dat ze het allemaal verkeerd zagen. Wij vonden juist dat we een uitstekende school zijn. Maar we moesten wel veranderen om te voorkomen dat de Inspectie na een volgend bezoek nog harder zou ingrijpen. We hadden geen keus. We realiseerden ons dat we alles nog in eigen hand hadden, we konden nog bijsturen maar we moesten het wel zelf doen.”
Verbetertraject Om de benodigde expertise in huis te halen, werd KPC Groep ingeschakeld. “Zij maakten een analyse van de situatie en rapporteerden wat allemaal beter kon. Het werkte uitstekend dat Wilma Willems van KPC de verdere begeleiding deed, iemand die we vertrouwden en ons bij de hand nam. Onder haar begeleiding werd een plan van aanpak op onze situatie toegespitst. Zij begeleidde het verbetertraject en coachte ons team. In twee maanden waren we klaar om van start te gaan.”
Wim von Wersch: “KPC Groep adviseerde ons een plan te maken voor de korte en de lange termijn. Voor de korte termijn was het zaak om verbeteringen in gang te zetten die zo snel mogelijk resultaat zouden opleveren. Snel resultaat motiveert enorm en is aanjager voor verdere verbetering. Daarvoor analyseerden we ons eigen leerkrachtgedrag. We zagen dat we meer eisen aan onze leerlingen konden stellen en dat we de leerlingen beter konden begeleiden bij het zelfstandig werken. We hebben toen ook de Cito resultaten van de groepen zeven en acht bekeken. Dat leidde tot individuele leerplannen voor een deel van onze leerlingen. Kortom met opbrengstgericht onderwijs aan de slag te gaan brachten we een vliegwiel van kwaliteitsverbetering op gang.”
Adjunct-directeur Veronique Bekkering vult aan: “Snel resultaat haalden we bij voorbeeld door heel bewust te werken aan de woordenschat van de leerlingen. Leerlingen zoeken nu uit zichzelf woorden op en vragen ernaar. Ook de groepsdoelen voor rekenen, taal en lezen zijn opnieuw geformuleerd. Die werden uitgangspunt voor de onderwijsinhoud en het bevorderingsbeleid.”
Uit het dal Heeft deze aanpak gewerkt? Wim von Wersch. “Onze Citoresultaten zijn in een jaar tijd enorm verbeterd. Binnen een jaar voldeden we weer aan de eisen van de Inspectie. Opmerkelijk snel als je ziet uit welk dal we omhoog moesten klimmen.” Volgens Veronique Bekkering is de dagelijks praktijk sterk veranderd. “Leerkrachten weten nu precies wat de kinderen in hun klas nodig hebben en hoe ze de leerlingen moeten begeleiden. We grijpen niet meer zo makkelijk naar het beschikbare materiaal zonder goed te kijken naar wat een kind nodig heeft. We proberen zo goed mogelijk op individuele leerlingen en situaties in te spelen.” We zijn veel praktischer gaan werken. Vroeger hadden we vaak meer handelingplannen dan leerlingen. Nu hebben we de leerlingen in de klas beter geclusterd waardoor ze elkaar optimaal ondersteunen en wij ons beter kunnen richten op kinderen die speciale aandacht nodig hebben. Al met al hebben we wel meer werk gekregen maar het uitstekende resultaat maakt dat meer dan goed.”
Structurele begeleiding
Wim von Wersch benadrukt dat er toch nog veel werk aan de winkel is. “We zijn er nog niet, dat zegt de Inspectie ook, maar we zijn wel op de goede weg. Onze nieuwe werkwijze moet over de hele linie en voor alle vakken worden ingevoerd. We zijn blij dat er extra geld vrijgemaakt is voor structurele begeleiding. Vier keer per jaar organiseren we een onderlinge klassenconsultatie. We beoordelen elkaars lessen aan de hand van een kijkwijzer, gebaseerd op ons verbeterplan. We hebben de deuren van onze lokalen opengezet. Zo leren we van elkaar en staan we open voor nieuwe ideeën. KPC Groep helpt ons nu nog met het borgen van het reken- en taalonderwijs. Onze verslaglegging moet bijvoorbeeld goed zijn. We moeten precies kunnen zeggen hoe een kind ervoor staat. Zo zorgen we ervoor dat we blijven doen wat we hebben afgesproken.”
Bovenschools management
Huub van Kruchten benadrukt de verantwoordelijkheid van het bovenschoolse management. “Onze scholen moeten zich blijven ontwikkelen. Wat gisteren goed was, hoeft dat nu niet meer te zijn. Daarom helpen we onze directeuren zo goed mogelijk de kwaliteit van de scholen te verbeteren. In de ‘jong Leren Academie’ kunnen ze kennis opdoen en ervaring met elkaar te delen. Daarnaast werken wij met regionale groepen van vijf scholen. Hierin bespreken de directeuren nieuwe ideeën, ontwikkelingen, problemen en oplossingen. Zo werken we samen aan de kwaliteit van ons onderwijs, op de korte en de lange termijn.”